CARPE DIEM. Wens of waarschuwing?
Gastblogger: Merelle Groot
Mijn zus en ik maken een flinke wandeling in de motregen. Een van de twee klompenpaden in en om Hattem. Ik ben iets gehaast de laatste kilometer want mijn volgende afspraak laat niet op zich wachten. Toch nemen we nog wel de tijd om gelijk een nieuwe afspraak met elkaar te maken. Dit pad was mooi en er is nog een pad waar we graag ook onze voetstappen willen zetten.
Ik moet nu echt weg, dus zeggen we elkaar haastig gedag. Terwijl ze naar haar auto loopt roept ze: “Pluk de dag!” Ik lach en zwaai naar haar. “Ja, zal ik doen!” Onderweg denk ik na over haar wens en mijn automatische reactie.
Hoe pluk je de dag, als er zo veel automatisch gaat? Mijn hoofd zit alweer vol nieuwe gedachten, haast onbewust volg ik deze gedachten. Soms zelfs in een zich herhalende cirkel. Ben ik meer bezig in de toekomst of met het verleden dan met hier en nu?
Ik voel dat ik een beslissing neem om met meer aandacht in het moment te zijn. Zoals het roodborstje dat mij actief opzoekt in de tuin op het moment dat ik in de grond zit te rommelen. Hij kijkt geduldig toe tot hij zijn maaltje met meer gemak bijeen kan scharrelen. Hoe kan ik ook met gemak aanwezig zijn in het NU?
Eenmaal thuis zoek ik op waar ‘Pluk de dag’ vandaan komt. Slaat het vooral op het bewust zijn van het moment en ervan genieten? Of is er meer? Ik vind de tekst die deze zin bevat: “Carpe diem, quam minimum credula postero”. Wat zoveel betekent als: “Pluk de dag, zo min mogelijk vertrouwend op de volgende dag”.
Het tweede deel van Horatius zin: ‘zo min mogelijk vertrouwend op de volgende dag’, spoort ons aan om vandaag te doen wat je moet doen. Niet uitstellen. Want wie weet wat morgen brengt. Is het nu een wens of een waarschuwing? Er zit ook iets negatiefs in. Nu is de beste tijd om iets te doen. Maar het idee dat morgen minder gunstig kan zijn kan ook angst geven. Angst om te laat te zijn, om te verliezen. Op basis van angst neem ik zelf minder ruimte in en ervaar ik minder vrijheid om te doen wat ik kan en om te genieten van wat ik doen moet. Stress haalt me altijd uit het nu. Genieten met de druk van de ongewisse toekomst. Is dit niet in tegenspraak met elkaar? Hoe moet dat?
Mijn weg naar vrijheid blijkt voor het grootste deel uit kiezen te bestaan. Mijn ouders deden dat heel bewust. Door de oorlog die ze hebben meegemaakt denk ik. Mijn vader was zich bewust van de keuze van zijn ouders om onderduikers op te nemen. Dat maakte dat angst dagelijks aanwezig was. Mijn moeder moest vluchten om in vrijheid te kunnen leven. Vanuit het voormalige Nederlands-Indië hier aankomen bleek dat ze ook hier niet welkom was. Ze voelden beiden een grote drang om in vrijheid te kunnen leven. Ze maakten op basis daarvan hun keuzes en zochten hun eigen geluk, werkten er hard voor. Niet alleen voor zichzelf maar ook voor mijn zus en mij. Carpe diem zoals zij het toepasten kwam dus mede voort uit de ervaringen uit het verleden en de hoop op een betere toekomst.
Het geaccepteerde idee is dat ‘Pluk de dag’, je aanmoedigt om stil te staan bij wat je nu hebt en ervaart zodat je er bewuster van kunt genieten. Dat is een heel positieve uitleg. Toen ik nog heel jong was genoot ik van het moment. Alles was nieuw en vol uitdagingen. Het genieten was de normaalste zaak van de wereld. Tot het moment dat ik mijn nieuwe ketting om deed naar school. Ik wil hem onderweg naar huis even afdoen zodat mijn vriendinnetje het goed kan bekijken. Plotseling breekt het snoer en de kralen vallen eraf. Oh nee, roep ik vol schrik. Mijn gloednieuwe ketting. Die had ik van mijn moeder gekregen met de opdracht om er heel zuinig op te zijn. De hele weg terug naar huis had ik pijn in mijn buik. Hoe zou mijn moeder reageren op mijn kapotte ketting? Zou ik straf krijgen en zo ja wat zou het zijn? Ik had er zelfs begrip voor als ik straf zou krijgen want ik had de ketting zelf kapot gemaakt. Per ongeluk, maar toch.
De weg naar huis te voet duurde wel honderd keer langer en als ik kon had ik het nog langer laten duren. Maar toen stond ik toch ineens voor de deur. In gedachte nog steeds bij wat me mogelijk te wachten stond. Zou ik het meteen opbiechten of nog eventjes wachten? Ik ging naar binnen, hing mijn jas op en zocht mijn moeder onbewust toch direct op. Zodra ik haar zag en ze me vroeg hoe mijn dag was geweest, huilde ik van de spanning. Hortend en stotend kwam mijn verhaal eruit. Mijn moeder aaide over mijn bol en knuffelde me. Ik ontspande en nam het in me op alsof er nooit meer zo’n knuffel komen zou.
Carpe diem. Ik plukte dat moment vol overtuiging.
Ik kijk naar een kookprogramma met daarin een gesprek met nonna Linda, die ruim 55 jaar een overheerlijk streekgerecht maakt. Ze heeft het geleerd van haar moeder. Een overgeleverd recept waarvan ze niet wil dat het verloren gaat als zij het niet meer kan maken. En passant vertelt ze dat ze al 66 jaar getrouwd is. De kok vraagt haar hoe ze dat voor elkaar krijgt, zo lang gelukkig getrouwd zijn?
De nonna zegt: “Carpe diem! Elke dag is een nieuwe dag, dus zit niet op het oude.
Ik glimlach, haar uitleg is ook mooi. Blijf niet hangen want elke dag is een nieuwe dag, dus maak er wat moois van. Koester het mooie wat je hebt en laat het nare los. Het verleden is geweest en verandert niet.
Ik verander, elke dag een beetje. Zo subtiel dat het me niet direct opvalt. Ik zie de kat van de buren. Die was gister nog heel schichtig maar geeft vandaag al kopjes aan me. Alsof ze zegt: ik vertrouw je al een beetje. Alles verandert. Dus, ja, dankbaar en nieuwsgierig spreek ik de wens uit tegen iedereen, ook mijzelf: Pluk de dag! Het is een gloednieuwe, nooit eerder geleefde dag.